Beste Jesse,
‘Moedig zijwaarts’, eindigde je brief. I love it. Een heerlijk omdenken van onze hang naar rechtlijnige, ‘doeltreffende’ vooruitgang. Het is juist in dat ‘vooruitgang’ willen boeken dat we de frustratie, tegenstand en obstakels tegenkomen; die we dan willen overwinnen of oplossen. Moed wordt dan doorzettingsvermogen, koppigheid. Die focus op ‘voorwaarts’ is bewustzijnsvernauwing.
“Ik ben ervan overtuigd dat we het als mens en in organisaties nodig hebben. Het landschap rond ons zien en de paadjes gebruiken die er zijn en passen bij het landschap, in plaats van omgekeerd.”
Roofdieren als we zijn, met onze ogen naar voren gericht, zoekend naar mikpunten, veronachtzamen we wat achter, naast, boven, onder en in ons is. Lang leve de geitenpaadjes, kronkelend door het landschap. Ik ben ervan overtuigd dat we het als mens en in organisaties nodig hebben. Het landschap rond ons zien en de paadjes gebruiken die er zijn en passen bij het landschap, in plaats van omgekeerd. Dat brengt me dan weer bij dat absurdisme van jou…
Eerst en vooral: oprecht dank voor je lesje filosofie in je vorige brief. In drie paragrafen maak je onderscheid tussen het existentialisme van Sartre, het nihilisme van Nietzsche en het absurdisme van Camus. Je zet het in historisch perspectief en je bepleit de link tussen filosofische overtuigingen en leiderschap. Ik moest denken aan het heerlijke boek ‘Shantaram’ van Gregory Roberts, een lijfboek van mijn zoon die een half jaar doorbracht in India. Het boek vertelt de lotgevallen van de Australische schrijver, die als drugsdealer in de gevangenis terechtkwam, ontsnapte, vluchtte naar Mumbai, dokter werd in de sloppenwijken daar en zich ontpopte tot internationale geld- en wapensmokkelaar in dienst van de maffia.
Het boek deed mij anders kijken naar het leven van Indiase boeren, het leven in sloppenwijken en naar de maatschappelijke rol van maffiabendes. Een fragment in het boek gaat over hoe een maffiabaas zijn troepen leidt. Onder meer door middel van filosofie. Wekelijks komen ze samen, de leiders van de verschillende divisies, en hebben ze filosofische gesprekken. Over wanneer iets goed of slecht is, bijvoorbeeld, of over wat vertrouwen betekent in verhouding tot het maken van fouten. Schitterend, niet? Zouden er managementteams zijn die dit doen? Soit, ik word weer afgeleid. Geitenpaadjes, nietwaar? Niet zozeer moedig maar vrolijk zijwaarts in deze brief :-).
“Als mens vertoeven we in een tragikomische tussenruimte, lachwekkend én pijnlijk.”
Terug naar het absurdisme. Camus stelt dus dat we als mens niet anders kunnen dan betekenis zoeken, terwijl die tezelfdertijd niet gevonden kan worden. En dat maakt het dan absurd, dat we blijven zoeken naar betekenis die ons zal blijven ontsnappen. Als mens vertoeven we in een tragikomische tussenruimte, lachwekkend én pijnlijk. Begrijp ik het goed? En Camus gebruikt woorden als opstandigheid, rebellie als een soort basisconditie van de mens. We kunnen niet anders dan gefrustreerd raken. En dan is de vraag, ook in leiderschap, hoe leid ik die tragikomische tussenruimte voor mensen en hoe ga ik om met de bijbehorende frustratie? Een aantal van onze inzichten uit ons boek gaan daarover, niet?
Work with the system, not against it. Blijf, als schooldirecteur bijvoorbeeld, niet te lang in de loopgraven of in het gevecht met ‘de politiek’, ‘het bestuur’, ‘de ouders’, ‘het korps’. Leer hen kennen in plaats van ze te bekampen en schakel ze ondernemend in, in je schoolproject. Show the way, stumbling forward. In vernieuwing. Doe dingen, probeer uit wat passend voelt bij de richting waar het naartoe gaat en benoem ook het absurdistische, het tragikomische in dat vooruit strompelen: ‘ik ga deze richting uit en ja het ziet er wat klungelig uit.’
“Een aanbeveling voor leiders van organisaties in transitie: koester de zijinstromers, wees nieuwsgierig naar hun wedervaren, breng ze samen en hoor hun stem aan.”
Hold the space, bottle the change. Deins niet terug voor de spanningen in waarden en normen die horen bij vernieuwing. Benoem bijvoorbeeld het pijnlijke en begeleid het rouwproces: ‘we kunnen niet meer de school, de leerkracht, de directeur zijn die we vroeger waren en dat doet pijn.’ In dat verband, en geheel terzijde: een zijinstromer in het onderwijs interviewde me voor een boek dat ze schrijft over haar ervaringen. Onmiddellijk maakte ik het verband met jouw ‘moedige zijwaarts’, hoe zijinstromers op een passende manier scholen in transitie kunnen steunen. Bij deze dan ook een aanbeveling voor leiders van organisaties in transitie: koester de zijinstromers, wees nieuwsgierig naar hun wedervaren, breng ze samen en hoor hun stem aan. Take time for the storyline, nog zo’n leiderschapsinzicht van ons dat behulpzaam is om tussenruimtes te leiden.
Nog eens terug naar het absurdisme. Mooi toevallig dook Camus ook op bij Hartmut Rosa, die ik ook via jou heb leren kennen. In zijn nieuwste boek ‘onbeschikbaarheid’ bouwt hij verder op onder meer het ideeëngoed van Camus om uit te leggen hoe we als mens, sinds de moderniteit, een vijandige houding tegenover de wereld ontwikkeld hebben. We willen de wereld zichtbaar, toegankelijk, beheersbaar, bruikbaar maken. Parallel luidt dat de vervreemding in. ‘De wereld wijkt mysterieus terug’. De perfect georganiseerde opleiding, vergadering, studiedag… ze staan in de weg van oprechte verbinding en ontmoeting. Dat laatste noemt Rosa ‘resonantie’. Iets resoneert als we ons openstellen, geraakt worden en die aanraking beantwoorden, waardoor iets verschuift in ons, we niet meer ‘dezelfde zijn’.
Resoneren gebeurt in de tussenruimte. Het is de kunst van ‘in relatie leven’ met wat rond ons is, zonder het te beheersen. Zoals de Noord-Amerikaanse indianen of Afrikaanse San duizenden jaren gedaan hebben, zonder de aarde uit te putten. Rosa eindigt zijn boek trouwens op een pessimistische toon. We kunnen niet meer terug. We zitten vast in deze laatmoderniteit in onze nood aan controle en gemakzucht. We zijn verleerd om tussenruimte te laten. Integendeel. Naarmate we meer VUCA ervaren, die haar wortels heeft in onze controledwang, schieten we ChatGTP-gewijs nog meer door naar controle.
“Het is nooit onmogelijk en ik vind dat wel een bevrijdend idee, belangrijk voor leiders. ‘Weerklank vinden’ als een soort van essentie van leiderschap.”
Tezelfdertijd stelt hij dat ‘resoneren’, juist omdat het niet te controleren is, zich ook in de meest gecontroleerde omstandigheden kan voordoen. Het is nooit onmogelijk en ik vind dat wel een bevrijdend idee, belangrijk voor leiders. ‘Weerklank vinden’ als een soort van essentie van leiderschap. In een leiderschapsprogramma brengen wij managers van een farmaceutisch bedrijf per twee in een uitdagend rollenspel met een actrice, waarbij ze hun eigen belang in verbinding moeten brengen met dat van de twee anderen en van het bedrijf. Een sterk gecontroleerde omgeving. En toch merk je hoe sommige van die managers erin slagen hun belangen te laten ‘resoneren’. Ze stellen zich open, laten zich raken, worden getransformeerd.
Zo’n moment heeft iets sacraals, en trilt door tot bij de assessoren achter de doorkijkspiegel. Fascinerend, vind ik dat, die resonerende momenten. En hoe dat weer ‘tussenruimte’ nodig heeft waarin oordeel en weten opgeheven worden. Ik wens het de leerkrachten toe in de klas, de zorgkundigen bij hun bewoners, de therapeuten bij hun cliënten, de leidinggevenden bij hun medewerkers. Weerklank vinden. Momenten vinden in de tussenruimte, die resoneren en transformeren.
Nog een laatste zijspoor. Er schiet me een moment te binnen, waarbij ik een studentenjob had in een oord van herstel voor mensen in nood. Ik leerde er als begeleider, hoe ik iemand kon ‘vasthouden’ bij een paniekaanval. Zijdelings. Niet langs achter, niet langs voren. Zoals ik ook geleerd heb om in persoonlijke gesprekken niet recht tegenover iemand te gaan zitten, maar in een hoek van 90°. Zijdelings. En misschien daarom ook dat wandelgesprekken resonerend werken: we lopen er zij aan zij. Je merkt het Jesse, je moedige zijwaarts, het is een dankbaar onderwerp. Ik proef er een boekje in. Zijwaarts leiderschap. Meer van dat!
Vol weerklank,
Koen
Al 11 jaar schrijven Koen Marichal en Jesse Segers brieven naar elkaar. Soms in gesproken vorm, soms in geschreven vorm. Het onderwerp is steeds leiderschap in al zijn facetten. Van het abstracte naar het concrete en terug. Soms met sterke emoties en soms koel en pragmatisch. En steeds opnieuw zijn ze het eens met elkaar dat ze het niet helemaal eens zullen worden. Wat hen bindt is een kritisch denken en een passie om hun kennis te delen. Met als resultaat verschillende boeken met een meervoudige blik op leiderschap; tijdelijke eindproducten van hun denken en werken als thought leaders op het vlak van leiderschap. In deze nieuwe rubriek tonen zij hun eigen zoektocht, de schuringen en zijsporen, de aarzelingen en stelligheden. Voor de lezer is het de uitnodiging om het eigen leiderschapsdenken aan de gang te houden en dialectisch te blijven ontwikkelen.
De briefdelen in deze reeks zijn oorspronkelijk verschenen bij Tijdschrift voor Coaching. Het laatste boek ‘Over leiderschap. 19 inzichten’ verscheen afgelopen zomer bij Pelckmans Uitgevers.
Lees ook brief 1, brief 2, brief 3, brief 4 en brief 5 en brief 6 in deze reeks.
Beste Jesse,
‘Moedig zijwaarts’, eindigde je brief. I love it. Een heerlijk omdenken van onze hang naar rechtlijnige, ‘doeltreffende’ vooruitgang. Het is juist in dat ‘vooruitgang’ willen boeken dat we de frustratie, tegenstand en obstakels tegenkomen; die we dan willen overwinnen of oplossen. Moed wordt dan doorzettingsvermogen, koppigheid. Die focus op ‘voorwaarts’ is bewustzijnsvernauwing.
“Ik ben ervan overtuigd dat we het als mens en in organisaties nodig hebben. Het landschap rond ons zien en de paadjes gebruiken die er zijn en passen bij het landschap, in plaats van omgekeerd.”
Roofdieren als we zijn, met onze ogen naar voren gericht, zoekend naar mikpunten, veronachtzamen we wat achter, naast, boven, onder en in ons is. Lang leve de geitenpaadjes, kronkelend door het landschap. Ik ben ervan overtuigd dat we het als mens en in organisaties nodig hebben. Het landschap rond ons zien en de paadjes gebruiken die er zijn en passen bij het landschap, in plaats van omgekeerd. Dat brengt me dan weer bij dat absurdisme van jou…
Eerst en vooral: oprecht dank voor je lesje filosofie in je vorige brief. In drie paragrafen maak je onderscheid tussen het existentialisme van Sartre, het nihilisme van Nietzsche en het absurdisme van Camus. Je zet het in historisch perspectief en je bepleit de link tussen filosofische overtuigingen en leiderschap. Ik moest denken aan het heerlijke boek ‘Shantaram’ van Gregory Roberts, een lijfboek van mijn zoon die een half jaar doorbracht in India. Het boek vertelt de lotgevallen van de Australische schrijver, die als drugsdealer in de gevangenis terechtkwam, ontsnapte, vluchtte naar Mumbai, dokter werd in de sloppenwijken daar en zich ontpopte tot internationale geld- en wapensmokkelaar in dienst van de maffia.
Het boek deed mij anders kijken naar het leven van Indiase boeren, het leven in sloppenwijken en naar de maatschappelijke rol van maffiabendes. Een fragment in het boek gaat over hoe een maffiabaas zijn troepen leidt. Onder meer door middel van filosofie. Wekelijks komen ze samen, de leiders van de verschillende divisies, en hebben ze filosofische gesprekken. Over wanneer iets goed of slecht is, bijvoorbeeld, of over wat vertrouwen betekent in verhouding tot het maken van fouten. Schitterend, niet? Zouden er managementteams zijn die dit doen? Soit, ik word weer afgeleid. Geitenpaadjes, nietwaar? Niet zozeer moedig maar vrolijk zijwaarts in deze brief :-).
“Als mens vertoeven we in een tragikomische tussenruimte, lachwekkend én pijnlijk.”
Terug naar het absurdisme. Camus stelt dus dat we als mens niet anders kunnen dan betekenis zoeken, terwijl die tezelfdertijd niet gevonden kan worden. En dat maakt het dan absurd, dat we blijven zoeken naar betekenis die ons zal blijven ontsnappen. Als mens vertoeven we in een tragikomische tussenruimte, lachwekkend én pijnlijk. Begrijp ik het goed? En Camus gebruikt woorden als opstandigheid, rebellie als een soort basisconditie van de mens. We kunnen niet anders dan gefrustreerd raken. En dan is de vraag, ook in leiderschap, hoe leid ik die tragikomische tussenruimte voor mensen en hoe ga ik om met de bijbehorende frustratie? Een aantal van onze inzichten uit ons boek gaan daarover, niet?
Work with the system, not against it. Blijf, als schooldirecteur bijvoorbeeld, niet te lang in de loopgraven of in het gevecht met ‘de politiek’, ‘het bestuur’, ‘de ouders’, ‘het korps’. Leer hen kennen in plaats van ze te bekampen en schakel ze ondernemend in, in je schoolproject. Show the way, stumbling forward. In vernieuwing. Doe dingen, probeer uit wat passend voelt bij de richting waar het naartoe gaat en benoem ook het absurdistische, het tragikomische in dat vooruit strompelen: ‘ik ga deze richting uit en ja het ziet er wat klungelig uit.’
“Een aanbeveling voor leiders van organisaties in transitie: koester de zijinstromers, wees nieuwsgierig naar hun wedervaren, breng ze samen en hoor hun stem aan.”
Hold the space, bottle the change. Deins niet terug voor de spanningen in waarden en normen die horen bij vernieuwing. Benoem bijvoorbeeld het pijnlijke en begeleid het rouwproces: ‘we kunnen niet meer de school, de leerkracht, de directeur zijn die we vroeger waren en dat doet pijn.’ In dat verband, en geheel terzijde: een zijinstromer in het onderwijs interviewde me voor een boek dat ze schrijft over haar ervaringen. Onmiddellijk maakte ik het verband met jouw ‘moedige zijwaarts’, hoe zijinstromers op een passende manier scholen in transitie kunnen steunen. Bij deze dan ook een aanbeveling voor leiders van organisaties in transitie: koester de zijinstromers, wees nieuwsgierig naar hun wedervaren, breng ze samen en hoor hun stem aan. Take time for the storyline, nog zo’n leiderschapsinzicht van ons dat behulpzaam is om tussenruimtes te leiden.
Nog eens terug naar het absurdisme. Mooi toevallig dook Camus ook op bij Hartmut Rosa, die ik ook via jou heb leren kennen. In zijn nieuwste boek ‘onbeschikbaarheid’ bouwt hij verder op onder meer het ideeëngoed van Camus om uit te leggen hoe we als mens, sinds de moderniteit, een vijandige houding tegenover de wereld ontwikkeld hebben. We willen de wereld zichtbaar, toegankelijk, beheersbaar, bruikbaar maken. Parallel luidt dat de vervreemding in. ‘De wereld wijkt mysterieus terug’. De perfect georganiseerde opleiding, vergadering, studiedag… ze staan in de weg van oprechte verbinding en ontmoeting. Dat laatste noemt Rosa ‘resonantie’. Iets resoneert als we ons openstellen, geraakt worden en die aanraking beantwoorden, waardoor iets verschuift in ons, we niet meer ‘dezelfde zijn’.
Resoneren gebeurt in de tussenruimte. Het is de kunst van ‘in relatie leven’ met wat rond ons is, zonder het te beheersen. Zoals de Noord-Amerikaanse indianen of Afrikaanse San duizenden jaren gedaan hebben, zonder de aarde uit te putten. Rosa eindigt zijn boek trouwens op een pessimistische toon. We kunnen niet meer terug. We zitten vast in deze laatmoderniteit in onze nood aan controle en gemakzucht. We zijn verleerd om tussenruimte te laten. Integendeel. Naarmate we meer VUCA ervaren, die haar wortels heeft in onze controledwang, schieten we ChatGTP-gewijs nog meer door naar controle.
“Het is nooit onmogelijk en ik vind dat wel een bevrijdend idee, belangrijk voor leiders. ‘Weerklank vinden’ als een soort van essentie van leiderschap.”
Tezelfdertijd stelt hij dat ‘resoneren’, juist omdat het niet te controleren is, zich ook in de meest gecontroleerde omstandigheden kan voordoen. Het is nooit onmogelijk en ik vind dat wel een bevrijdend idee, belangrijk voor leiders. ‘Weerklank vinden’ als een soort van essentie van leiderschap. In een leiderschapsprogramma brengen wij managers van een farmaceutisch bedrijf per twee in een uitdagend rollenspel met een actrice, waarbij ze hun eigen belang in verbinding moeten brengen met dat van de twee anderen en van het bedrijf. Een sterk gecontroleerde omgeving. En toch merk je hoe sommige van die managers erin slagen hun belangen te laten ‘resoneren’. Ze stellen zich open, laten zich raken, worden getransformeerd.
Zo’n moment heeft iets sacraals, en trilt door tot bij de assessoren achter de doorkijkspiegel. Fascinerend, vind ik dat, die resonerende momenten. En hoe dat weer ‘tussenruimte’ nodig heeft waarin oordeel en weten opgeheven worden. Ik wens het de leerkrachten toe in de klas, de zorgkundigen bij hun bewoners, de therapeuten bij hun cliënten, de leidinggevenden bij hun medewerkers. Weerklank vinden. Momenten vinden in de tussenruimte, die resoneren en transformeren.
Nog een laatste zijspoor. Er schiet me een moment te binnen, waarbij ik een studentenjob had in een oord van herstel voor mensen in nood. Ik leerde er als begeleider, hoe ik iemand kon ‘vasthouden’ bij een paniekaanval. Zijdelings. Niet langs achter, niet langs voren. Zoals ik ook geleerd heb om in persoonlijke gesprekken niet recht tegenover iemand te gaan zitten, maar in een hoek van 90°. Zijdelings. En misschien daarom ook dat wandelgesprekken resonerend werken: we lopen er zij aan zij. Je merkt het Jesse, je moedige zijwaarts, het is een dankbaar onderwerp. Ik proef er een boekje in. Zijwaarts leiderschap. Meer van dat!
Vol weerklank,
Koen
Al 11 jaar schrijven Koen Marichal en Jesse Segers brieven naar elkaar. Soms in gesproken vorm, soms in geschreven vorm. Het onderwerp is steeds leiderschap in al zijn facetten. Van het abstracte naar het concrete en terug. Soms met sterke emoties en soms koel en pragmatisch. En steeds opnieuw zijn ze het eens met elkaar dat ze het niet helemaal eens zullen worden. Wat hen bindt is een kritisch denken en een passie om hun kennis te delen. Met als resultaat verschillende boeken met een meervoudige blik op leiderschap; tijdelijke eindproducten van hun denken en werken als thought leaders op het vlak van leiderschap. In deze nieuwe rubriek tonen zij hun eigen zoektocht, de schuringen en zijsporen, de aarzelingen en stelligheden. Voor de lezer is het de uitnodiging om het eigen leiderschapsdenken aan de gang te houden en dialectisch te blijven ontwikkelen.
De briefdelen in deze reeks zijn oorspronkelijk verschenen bij Tijdschrift voor Coaching. Het laatste boek ‘Over leiderschap. 19 inzichten’ verscheen afgelopen zomer bij Pelckmans Uitgevers.
Lees ook brief 1, brief 2, brief 3, brief 4 en brief 5 en brief 6 in deze reeks.