In het centrum van Eindhoven rijgen net als in alle andere winkelcentra in Nederland de winkels van bekende ketens zich als een kralenketting aaneen. Van de Bijenkorf, de Hema, de Action, Zeeman, Blokker, Etos, H&M, Zara, Primark en Mediamarkt, naar de Intersport, Casa, Xenos enz. Daar worden de producten van vandaag verkocht. Producten die meestal niet langer dan drie jaar in dezelfde vorm in de schappen liggen, en soms nog veel korter! Producttrends wordt dit genoemd.
Wat daar te koop is, is verbonden met een aantal andere trends. Maatschappelijke trends, die een veel langere tijdspanne hebben dan de productentrend, namelijk tien tot dertig jaar, en die iets zeggen over de wereld waarin we leven. De consumententrend, die iets zegt over hoe consumenten zich gedragen, over wat ze belangrijk vinden, met een tijdshorizon van vijf tot tien jaar. En de markttrends die antwoorden op die behoefte met een tijdshorizon van één tot vijf jaar1.
Bijvoorbeeld
In elke supermarkt is tegenwoordig een flink schap met uiteenlopende merken en soorten ‘vleesvervangers’. 30 jaar geleden was dat ruime aanbod er nog niet. De maatschappelijke trend dat mensen bewust minder vlees wilden eten was er niet. Natuurlijk waren er groepen mensen die bewust geen vlees aten, maar dat waren uitzonderingen. Nu is het eerder andersom.
Zo zien we in de samenleving tal van verschuivingen. Denk maar aan gratis wifi, nog niet zo lang geleden onderscheidend. Daarvoor moest je in hotels bijvoorbeeld betalen voor wifi, of om de balie heen klonteren omdat alleen daar een wifipunt was. Inmiddels is de markttrend opgeschoven naar ‘wifi-free’.
Ontwerpers, kunstenaars, makers en wetenschappers
In dit proces spelen ontwerpers, kunstenaars, makers en wetenschappers een belangrijke rol. Misschien herinner je je nog de scène uit The Devil Wears Prada, waarin Andy in haar ‘gewone’ kleding een vileine veeg uit de pan krijgt van Miranda Priestly. Het blauw van de blauwe trui die ze aanheeft is niet zomaar blauw maar is juist dát blauw omdat Oscar De La Renta dat specifieke blauw koos als de kleur van zijn collectie. Daarmee inspireerde hij tal van anderen en jaren later is die kleur in de bakken van de “Amerikaanse ‘Zeeman” terecht gekomen.
Het feit dat je tegenwoordig voor minder dan 100 euro een drone met camera aan kunt schaffen is te danken aan tal van wetenschappers en ontwerpers die er voor zorgden dat meerdere technologieën in een passende behuizing en met de juiste besturingsinterfaces vorm gegeven worden en konden samen komen.
De drones die we nu kennen vinden hun oorsprong in 1849! Destijds waren het onbemande ballonnen, bedoeld voor oorlogsdoeleinden. Ze werden gedurende alle oorlogen die we sinds 1849 hebben meegemaakt, met de voortgaande technologie. Ook nu wordt er in Oekraïne volop gebruik gemaakt van Drones. Andere typen dan toen, maar in essentie met dezelfde bedoeling.
Pas vanaf plusminus 2010 betraden de mini drones het hobbyveld. De makers knutselden de eerste versies in elkaar, experimenteerden en de doorontwikkeling en industriële productie kwamen op gang. Inmiddels vinden we het doodnormaal als we dat irritante zoevende geluid boven ons hoofd horen. Dan zuchten we “daar is weer zo’n (k) drone”. Terwijl ik nog weet dat ik eindeloos kon blijven kijken toen ik de eerste mini drone zag.
De toepassingen voor zakelijke markt staan nog in de kinderschoenen hoewel er al tal van organisaties zijn die drones inzetten in hun proces; van de inspectie van pijpleidingen en landbouwgrond tot verkenningsvluchten voor de brandweer en wie heeft er niet gelezen dat Amazon wil gaan bezorgen met behulp van drones.
Dit jaar heb ik geen enkele drone gezien op de DDW. Dat klopt; want zowel voor hobby en als voor zakelijke doeleinden zijn drones niet langer experimenteel. Wel zag ik een oplaadcentrum voor drones, zodat ze niet elke keer naar de eigenaar terug hoeven te keren.
Mogelijkheden en ideeën voor de toekomst
Op de DDW maak je kennis met de mogelijkheden en ideeën voor de toekomst. Dat wat je daar ziet haakt aan op maatschappelijke trends, maakt zichtbaar wat er technologisch gezien kan en stelt de vraag wat we willen. De DDW draait om verbeelding.
Dit jaar stond bijvoorbeeld de Nano Supermarket geparkeerd voor het Evaluon. In die supermarkt zijn mogelijke producten voor de supermarkt van de toekomst te zien. De tentoongestelde producten zijn te maken, de technologie is zo ver, maar willen we ze maken? Willen we dat ze in de winkel komen? Hebben we behoefte aan een vuurpijl waarmee we de wolken boven ons hoofd de juiste kleuren kunnen geven voor ons tuinfeest? Vinden we het wel lekker makkelijk om één soort wijn in de kast te hebben en daar al naar onze behoefte een smaakje aan toe te voegen uit een ampul? Willen we sneakers van roggenhuid, met een eigen gekozen ontwerp waar ze de rog op kweken? Of een anticonceptiepil die tijdens gebruik een mooie parel in onze baarmoeder laat groeien zodat je die als ritueel kunt oogsten in de overgang? Of wat te denken van een speciale cola, die ervoor zorgt dat je geen vetten meer opneemt en dus onbeperkt hamburgers, friet en chips kunt eten? De social designers van de Nanobus laten je daarover nadenken.
Nog los van de producten in de supermarkt, hoe zien we de supermarkt van de toekomst eigenlijk? De Embassy of food bracht vier mogelijke scenario’s in beeld.
- De supermarkt als leefstijlcoach; aan de hand van je data krijg je de voedingsmiddelen voor jou voorgesteld.
- De klant is koning; eindeloos hamburgers en donuts en de noodzakelijke vitamines en mineralen uit een pil. Die cola uit de Nanosupermarkt is hier wel nodig denk ik.
- De supermarkt als living lab: heel lokaal en in gezamenlijkheid samen verbouwen, produceren en maken.
- De supermarkt als superbeing: een die je aan de hand van je keuzes doorlopende bevraagt over je keuzes, en op basis van je antwoorden alternatieven voorstelt die gezonder zijn of een minder grote footprint hebben.
Adviseurs en managers
We bezochten dit jaar de DDW met een aantal adviseurs en managers. Waarom? Omdat we denken dat deze prikkelende omgeving adviseurs en managers helpt in het nadenken over de toekomst. De DDW gaat niet alleen over producten en supermarkten maar ook over mobiliteit, gezondheid, over wat we met ons onderwijs willen, over veiligheid en vertrouwen en tal van ander thema’s. En dwars door alles wat er te zien, te doen te ervaren en beleven is op de DDW, worden de opkomende maatschappelijke trends zichtbaar. Trends ontwikkelen zich langzaam. Tegen de tijd dat ze in de trendrapporten van de diverse bureaus verschijnen zijn ze al een behoorlijk eind op weg. Maar in de samenleving en in een omgeving als de DDW zijn ook de weak signals zichtbaar. DDW is ook de omgeving bij uitstek om op laagdrempelige wijze in gesprek te komen met ontwerpers, kunstenaars, makers en wetenschappers en daardoor van hen te leren over hun manieren van werken.
Wat was er dit jaar zichtbaar aan maatschappelijke trends op de DDW? Welke zijn er al heel stevig en welke ‘weak signals’ zagen we? Ontdek het Expeditie Dutch Design Week Magazine!
In het centrum van Eindhoven rijgen net als in alle andere winkelcentra in Nederland de winkels van bekende ketens zich als een kralenketting aaneen. Van de Bijenkorf, de Hema, de Action, Zeeman, Blokker, Etos, H&M, Zara, Primark en Mediamarkt, naar de Intersport, Casa, Xenos enz. Daar worden de producten van vandaag verkocht. Producten die meestal niet langer dan drie jaar in dezelfde vorm in de schappen liggen, en soms nog veel korter! Producttrends wordt dit genoemd.
Wat daar te koop is, is verbonden met een aantal andere trends. Maatschappelijke trends, die een veel langere tijdspanne hebben dan de productentrend, namelijk tien tot dertig jaar, en die iets zeggen over de wereld waarin we leven. De consumententrend, die iets zegt over hoe consumenten zich gedragen, over wat ze belangrijk vinden, met een tijdshorizon van vijf tot tien jaar. En de markttrends die antwoorden op die behoefte met een tijdshorizon van één tot vijf jaar1.
Bijvoorbeeld
In elke supermarkt is tegenwoordig een flink schap met uiteenlopende merken en soorten ‘vleesvervangers’. 30 jaar geleden was dat ruime aanbod er nog niet. De maatschappelijke trend dat mensen bewust minder vlees wilden eten was er niet. Natuurlijk waren er groepen mensen die bewust geen vlees aten, maar dat waren uitzonderingen. Nu is het eerder andersom.
Zo zien we in de samenleving tal van verschuivingen. Denk maar aan gratis wifi, nog niet zo lang geleden onderscheidend. Daarvoor moest je in hotels bijvoorbeeld betalen voor wifi, of om de balie heen klonteren omdat alleen daar een wifipunt was. Inmiddels is de markttrend opgeschoven naar ‘wifi-free’.
Ontwerpers, kunstenaars, makers en wetenschappers
In dit proces spelen ontwerpers, kunstenaars, makers en wetenschappers een belangrijke rol. Misschien herinner je je nog de scène uit The Devil Wears Prada, waarin Andy in haar ‘gewone’ kleding een vileine veeg uit de pan krijgt van Miranda Priestly. Het blauw van de blauwe trui die ze aanheeft is niet zomaar blauw maar is juist dát blauw omdat Oscar De La Renta dat specifieke blauw koos als de kleur van zijn collectie. Daarmee inspireerde hij tal van anderen en jaren later is die kleur in de bakken van de “Amerikaanse ‘Zeeman” terecht gekomen.
Het feit dat je tegenwoordig voor minder dan 100 euro een drone met camera aan kunt schaffen is te danken aan tal van wetenschappers en ontwerpers die er voor zorgden dat meerdere technologieën in een passende behuizing en met de juiste besturingsinterfaces vorm gegeven worden en konden samen komen.
De drones die we nu kennen vinden hun oorsprong in 1849! Destijds waren het onbemande ballonnen, bedoeld voor oorlogsdoeleinden. Ze werden gedurende alle oorlogen die we sinds 1849 hebben meegemaakt, met de voortgaande technologie. Ook nu wordt er in Oekraïne volop gebruik gemaakt van Drones. Andere typen dan toen, maar in essentie met dezelfde bedoeling.
Pas vanaf plusminus 2010 betraden de mini drones het hobbyveld. De makers knutselden de eerste versies in elkaar, experimenteerden en de doorontwikkeling en industriële productie kwamen op gang. Inmiddels vinden we het doodnormaal als we dat irritante zoevende geluid boven ons hoofd horen. Dan zuchten we “daar is weer zo’n (k) drone”. Terwijl ik nog weet dat ik eindeloos kon blijven kijken toen ik de eerste mini drone zag.
De toepassingen voor zakelijke markt staan nog in de kinderschoenen hoewel er al tal van organisaties zijn die drones inzetten in hun proces; van de inspectie van pijpleidingen en landbouwgrond tot verkenningsvluchten voor de brandweer en wie heeft er niet gelezen dat Amazon wil gaan bezorgen met behulp van drones.
Dit jaar heb ik geen enkele drone gezien op de DDW. Dat klopt; want zowel voor hobby en als voor zakelijke doeleinden zijn drones niet langer experimenteel. Wel zag ik een oplaadcentrum voor drones, zodat ze niet elke keer naar de eigenaar terug hoeven te keren.
Mogelijkheden en ideeën voor de toekomst
Op de DDW maak je kennis met de mogelijkheden en ideeën voor de toekomst. Dat wat je daar ziet haakt aan op maatschappelijke trends, maakt zichtbaar wat er technologisch gezien kan en stelt de vraag wat we willen. De DDW draait om verbeelding.
Dit jaar stond bijvoorbeeld de Nano Supermarket geparkeerd voor het Evaluon. In die supermarkt zijn mogelijke producten voor de supermarkt van de toekomst te zien. De tentoongestelde producten zijn te maken, de technologie is zo ver, maar willen we ze maken? Willen we dat ze in de winkel komen? Hebben we behoefte aan een vuurpijl waarmee we de wolken boven ons hoofd de juiste kleuren kunnen geven voor ons tuinfeest? Vinden we het wel lekker makkelijk om één soort wijn in de kast te hebben en daar al naar onze behoefte een smaakje aan toe te voegen uit een ampul? Willen we sneakers van roggenhuid, met een eigen gekozen ontwerp waar ze de rog op kweken? Of een anticonceptiepil die tijdens gebruik een mooie parel in onze baarmoeder laat groeien zodat je die als ritueel kunt oogsten in de overgang? Of wat te denken van een speciale cola, die ervoor zorgt dat je geen vetten meer opneemt en dus onbeperkt hamburgers, friet en chips kunt eten? De social designers van de Nanobus laten je daarover nadenken.
Nog los van de producten in de supermarkt, hoe zien we de supermarkt van de toekomst eigenlijk? De Embassy of food bracht vier mogelijke scenario’s in beeld.
- De supermarkt als leefstijlcoach; aan de hand van je data krijg je de voedingsmiddelen voor jou voorgesteld.
- De klant is koning; eindeloos hamburgers en donuts en de noodzakelijke vitamines en mineralen uit een pil. Die cola uit de Nanosupermarkt is hier wel nodig denk ik.
- De supermarkt als living lab: heel lokaal en in gezamenlijkheid samen verbouwen, produceren en maken.
- De supermarkt als superbeing: een die je aan de hand van je keuzes doorlopende bevraagt over je keuzes, en op basis van je antwoorden alternatieven voorstelt die gezonder zijn of een minder grote footprint hebben.
Adviseurs en managers
We bezochten dit jaar de DDW met een aantal adviseurs en managers. Waarom? Omdat we denken dat deze prikkelende omgeving adviseurs en managers helpt in het nadenken over de toekomst. De DDW gaat niet alleen over producten en supermarkten maar ook over mobiliteit, gezondheid, over wat we met ons onderwijs willen, over veiligheid en vertrouwen en tal van ander thema’s. En dwars door alles wat er te zien, te doen te ervaren en beleven is op de DDW, worden de opkomende maatschappelijke trends zichtbaar. Trends ontwikkelen zich langzaam. Tegen de tijd dat ze in de trendrapporten van de diverse bureaus verschijnen zijn ze al een behoorlijk eind op weg. Maar in de samenleving en in een omgeving als de DDW zijn ook de weak signals zichtbaar. DDW is ook de omgeving bij uitstek om op laagdrempelige wijze in gesprek te komen met ontwerpers, kunstenaars, makers en wetenschappers en daardoor van hen te leren over hun manieren van werken.