Please ensure Javascript is enabled for purposes of website accessibility

Blijf op de hoogte

Overzicht

Van burgerinitiatief naar meerpartij-samenwerking

Blogpost 21 Mar 2025

De netwerkanalyse voor initiatiefnemers als houvast

In dit artikel, geschreven door Lieke Hoogerwerf met bijdragen van Marguerithe de Man, gaan we dieper in op de uitdagingen van een ontluikend initiatief rond een complex maatschappelijk vraagstuk. Hoe krijgt zo’n maatschappelijk initiatief voldoende positie en verbinding in het veld van spelers die ook met dat vraagstuk bezig zijn? Deze blog sluit aan op de blog “Publieke en private samenwerkingen: het begint met een initiatiefnemer” van Marguerithe de Man.

Netwerkanalyse voor initiatiefnemers

Een eenvoudig en beproefd hulpmiddel bij het starten en vorm geven van een maatschappelijk initiatief is de netwerkanalyse voor initiatiefnemers1. Het regelmatig opnieuw maken van deze netwerkanalyse helpt de initiatiefnemer om onvermoede mogelijkheden te ontdekken, die het initiatief een stap verder kunnen brengen.

Daartoe onderzoekt de methode de betrokkenheid bij het initiatief en vervolgens wie of wat relevante verbindingen kan geven. In een grootschalig actie-onderzoek werd deze vorm van netwerkanalyse in 115 innovatienetwerken toegepast en bleek een welkom houvast te bieden2. “Netwerken is kansen ruiken” werd een gevleugelde uitspraak in dit landelijke onderzoek. Dit geeft wel aan dat er altijd meer mogelijk is dan je denkt en het de kunst is om een weefsel van verbindingen te weven dat deze kansen binnen beeld en binnen bereik brengt.

Waar begin je?

We volgen “Klaas”, een dorpsinwoner, die een isolatieklusbrigade wil realiseren. Hij is hier de initiatiefnemer, want initiatiefnemers kunnen ook burgers en informele organisaties zijn. Klaas is een ervaren energiecoach, draait energie-spreekuren en is actief in een lokale duurzaamheidsstichting. Het is hem opgevallen dat er heel wat huurders zijn met een smalle beurs, die zich de kosten van allerlei isolatie-maatregelen amper kunnen permitteren. Het gevolg is echter wel: een te hoge energierekening of -onnodig- in de kou zitten.

Of een klusbrigade in dit dorp een goed idee is, dat moet nog blijken. Eén ding is volgens Klaas zeker: zomaar met een stel energiecoaches gaan aanbellen gaat niet werken, je zult het subtieler moeten aanpakken. En wellicht zal dit toch ook afgestemd moeten worden met formeel verantwoordelijke partijen? Zo raakt het initiatief van Klaas aan het energie-armoedebeleid van de gemeente, die een jaar eerder een professionele fixbrigade heeft ingehuurd. Het raakt ook aan de renovatieplannen van de woningcorporatie. Verder is het buurtwerk van de welzijnsorganisatie, waar energie-armoede ongetwijfeld ook een thema is, ook nog een partij.

Het is verleidelijk om direct de pijlen op deze formeel verantwoordelijke partijen te willen richten, en hen erbij te willen betrekken door contact te maken. Maar wat is nu eigenlijk de bedoeling van die klusbrigade, wat komt daarbij kijken en wat kan dan een eerste zinnige stap zijn? Zou je bijvoorbeeld niet eerst eens in contact moeten komen met huurders? Of eens ervaring moeten opdoen met een klusactie?

Kortom, waar begin je met verbinding zoeken? De netwerkanalyse voor initiatiefnemers helpt om dit te onderzoeken. Bij voorkeur maak je deze analyse samen met een groepje mensen die interesse hebben om mee te denken en wellicht later mee te helpen.

Stap 1: het initiatief verwoorden en betrokkenheid verkennen
De eerste stap in de netwerkanalyse is om het initiatief kort onder woorden te brengen. Zet deze tekst letterlijk in het midden van groot vel papier of brownpaper en schrijf vervolgens alles en iedereen die hierbij betrokken is in een grote cirkel daaromheen (zie Tip).

Cirkel van betrokkenheid
Die buitenrand noemen we de cirkel van betrokkenheid. Hier mag alles komen te staan wat van invloed is of kan zijn, of beïnvloed wordt of kan worden door het initiatief. Dit kunnen allerlei verschillende actoren en factoren zijn. Te denken valt aan specifieke individuen, groeperingen en organisaties, die iets inbrengen en er ook iets uit halen, als ze verbinding krijgen met het initiatief. Een andere invalshoek is, om hulpbronnen, waar het initiatief gebruik van kan maken, te noteren. Zoals bijvoorbeeld een cursus, een conferentie, een festival, een subsidieregeling of een bepaalde methode. Verder kunnen in deze ring ook factoren gezet worden om rekening mee te houden, zoals een wet, bepaalde fysieke en geografische kenmerken of een relevante beleidsevaluatie.

Tip: Wat fijn werkt is om een groot vel op een tafel te leggen, of deze te bekleden met brownpaper, hier met een kleine groep omheen te lopen en hardop pratend de betrokkenheid onder woorden te brengen en meteen op te schrijven. Belangrijk is om telkens te zoeken naar een concreet persoon, wiens naam erbij gezet kan worden. Zoals bijvoorbeeld een contactpersoon of iemand die er meer van weet. Dit geeft alvast een indruk met wie contact gemaakt kan worden, op zoek naar verbinding (zie verder stap 2).

Deze eerste stap helpt om dieper na te denken over wat het initiatief behelst, en wel op twee fronten tegelijk. Enerzijds verken je het idee van waaruit het initiatief vertrekt, wat daarbij de leidende aannames zijn, en hoe het initiatief in de praktijk van waarde kan zijn en invulling kan krijgen. Anderzijds verken je de cirkel van betrokkenheid. En dit roept weer vragen op over wat het initiatief beoogt, wat aannames zijn, wat wel en niet bij het initiatief hoort.  Zo nodig wordt, wat in het midden staat, enkele keren tekstueel verbeterd. Dat geeft weer aanpassingen in de cirkel van betrokkenheid en naarmate er meer in die buitencirkel komt te staan, kan dit weer nieuwe vragen oproepen over ‘wat in het midden staat’.

Dit zoekproces kan overigens wel wat ongemak geven. Een mogelijke valkuil is dan om te vervallen in ‘eindpunt denken’ en te beschrijven wanneer het initiatief klaar is. De kunst is om juist de ruimte te geven aan ‘vertrekpunt denken’, door open te (blijven) staan voor de mogelijkheid dat er onvermoede resultaten geboekt gaan worden en het initiatief nooit klaar is3.

Stap 2: Wie of wat geeft verbinding en energie?
In het begin heeft een initiatief vaak nog weinig verbinding en is het zoeken naar wat of wie verbinding kan geven tussen het initiatief en de cirkel van betrokkenheid. In de netwerkanalyse worden de “verbindingmakers”, de schakels genoemd. Dat kunnen mensen zijn, maar ook verbinding gevende activiteiten of faciliteiten. In het begin is de initiatiefnemer zelf vaak de enige schakel en kan verbinding maken door contact te zoeken met mensen in de cirkel van betrokkenheid. Ook hier is weer de vraag: waar begin je? De tweede stap in de netwerkanalyse is daarom dan ook: verkennen waar kansen liggen, maar ook onderkennen waar ze (nog?) niet liggen. Dit is wat Hans Vermaak in de Sioo-masterclass “De logica van de lappendeken” (lees hier het masterclass-verslag terug) strategisch handelen in het verbindingswerk noemde.

Het kan een flinke uitdaging zijn om sterke schakels te vinden. Het bekende “kopjes koffie drinken” kan een behoorlijk frustrerende missie worden. Wees niet verrast als de gemeente niet thuis geeft, omdat de kersverse projectleider “Energie-armoede” er nog geen prioriteit aan wil geven. Als blijkt dat de energiecoaches slechte ervaringen hebben met adviezen aan huurders. Of als de welzijnsorganisatie terug meldt dat begeleiding bij huisbezoeken eerst in het jaarwerkplan opgenomen moet worden.

Blijmoedig kopjes koffie blijven drinken om mensen in beweging te duwen helpt dan niet. Dat kost alleen maar energie. Het gaat erom verbindingen waarmee stappen gezet kunnen worden te realiseren, die juist energie geven. Zowel aan het initiatief, als aan de betrokkenheid4. Het maken van de netwerkanalyse kan helpen om andere verbindinggevende mogelijkheden te zoeken en te vinden.

Wat zijn dan stapjes die wel haalbaar zijn? In het voorbeeld van klusbrigade leek het een goed idee om naar een presentatie te gaan van een klusactie-project van een buurgemeente. Een kwartiermaker van de duurzaamheidsstichting en de projectleider van de gemeente gingen er heen. Vanuit de ontmoetingen aldaar wist de kwartiermaker een ronde tafel gesprek, met enkele deskundigen uit het buurdorp als gasten, te realiseren. Hier kwamen de gemeentelijke projectleider, enkele energiecoaches, en een welzijswerker wel op af. Ook schoven enkele lokale serviceclubs aan, die via een gala een klein fonds hadden verworven om iets te doen aan energie-armoede.  De ronde tafel bracht een verbinding tot stand tussen het initiatief en meerdere betrokkenen. Ook ontpopte het zich als een krachtige verbindende schakel door samen een denkbeeldige klusactie te ontwerpen.

In ons voorbeeld was het de projectleider van de gemeente die een volgende ‘ronde tafel gesprek’ arrangeerde. Zij betrok daar een deskundige van de provincie bij, waardoor ook een cursus ‘energiecoaching voor huurders’ binnen bereik kwam. Doel van de tafel was om energie-armoede aan te pakken en te beginnen met klusacties. In een volgend overleg werd vervolgens vrij snel een plan gemaakt voor een kleine campagne in een specifieke buurt, om huurders te vinden die mee willen doen. Het kersverse communicatie team van de duurzaamheidsstichting bedacht een flitsende titel en realiseerde een koffie-schenkactie naast de supermarkt. In termen van de netwerkanalyse werd deze campagne een verbindende schakel naar huurders in een bepaalde buurt. Als volgende schakel haakte de lokale weggeefwinkel aan, door hun huiskamer aan te bieden als plek voor huurders die eens met een energiecoach willen sparren.  

In een later stadium, als een initiatief al meerdere verbindende schakels heeft, kan de behoefte voelbaar worden aan andere verbindingen. Bijvoorbeeld doordat er nog geen verbinding is met bepaalde betrokkenen, maar dit wel van grote waarde kan zijn. Daarom is het telkens opnieuw maken van een netwerkanalyse aan te raden. Dat helpt bij het opnieuw ontmoetingen aangaan, (nieuwe) schakels vinden of creëren en om onderbelichte aspecten van het initiatief in beeld te krijgen.

Stap 3: Partners zorgen voor verdieping, versterking en verbreding
De derde stap in de netwerkanalyse is goed kijken of er al partners tevoorschijn komen. Een partner zorgt voor verdieping van het initiatief en werkt aan de draagkracht, het bereik en de impact van het initiatiefnetwerk. De bedoeling is dat het initiatief groeit in maatschappelijke waarde. In het begin heeft een initiatief nog nauwelijks partners en is de initiatiefnemer zelf de enige partner. Partners komen pas later op het initiatief af. Toch is het geen toeval, als dat gebeurt. Het wordt “veroorzaakt” door contact te maken met allerlei betrokkenen en door te investeren in verbinding gevende schakels. Daardoor wordt bij steeds meer mensen duidelijk wat het initiatiefnetwerk verder kan helpen en kunnen potentiële partners dat herkennen en besluiten zich daarvoor in te zetten.

Een initiatiefnemer kan er, zeker in het begin, behoorlijk alleen voor staan. Hierdoor kan het verleidelijk zijn om bepaalde mensen of partijen als partner te zien. Dorpsinwoner Klaas wist zich op enig moment gesteund door een lokale politica, door een landelijke gouverneur van de serviceclubs en door een aantal andere energiecoaches. Hoezeer deze mensen als sparringpartner, supporter en ambassadeur ook van grote waarde zijn en of ze daadwerkelijk partner zijn, dat is de vraag. Een keer sparren, iets regelen of ambassadeur zijn, is echt wat anders dan je eraan te verbinden om met de initiatiefnemer samen uit te zoeken en uit te proberen wat het initiatief kan helpen om te groeien in waarde. Door een netwerkanalyse te maken komt expliciet de vraag op tafel: wat is hun positie in het netwerk van betrokkenheid?

Op dit moment heeft Klaas nog geen andere partners. Om partners aan te trekken kan het helpen als hij via de schakels wezenlijke vragen bespreekbaar maakt. Bereiken we inderdaad huurders die hier echt wat aan hebben? Wat hebben ze er dan aan? Wat betekent dat? Zijn we al toe aan een volgende buurt? Wat wordt de aanpak dan? Is het een goed idee nog meer energiecoaches op te leiden?

Op weg naar verdergaande meerpartij-samenwerking

Inmiddels worden in het dorp klushulpen geworven en zijn ze in de eerste buurt, op zo’n 60 adressen, met huisbezoeken en klusacties begonnen. De gemeente is in een andere buurt een warmtenet-project gestart en ziet dat huurders wel wat isolatiehulp kunnen gebruiken.

Kan de klusbrigade in deze andere buurt ook ingezet worden? Dat is nog maar de vraag. Vanuit het perspectief van de netwerkanalyse staat het gemeentelijke buurtwarmteproject in de cirkel van betrokkenheid, maar is er nog geen verbindende schakel. Mogelijk kan Klaas een keer aanschuiven bij de buurtregiegroep en kan deze regiegroep een verbindende schakel zijn. Waardoor het initiatief van de klusbrigade wellicht verbinding krijgt met de meerpartijen samenwerking aan de warmtetransitie. Voor Klaas is echter wel de vraag of er niet eerst enkele initiatiefpartners moeten zijn, alvorens dit nieuwe avontuur op te zoeken…

Het herhaaldelijk maken van de netwerkanalyse biedt houvast bij het maken van keuzes en het zetten van kleine stappen. Hiermee kan de initiatiefnemer, samen met de schakels en de partners van het initiatiefnetwerk, resultaten boeken. In deze blog gaat het om een burgerinitiatief, maar de methode is toepasbaar voor elk initiatief. Dus ook voor partijen als overheden, maatschappelijke organisaties en ondernemers. Het is dan belangrijk dat de analyse wordt gemaakt door degenen die daadwerkelijk het initatiefnemerschap op zich nemen. En dan het liefst samen met collega’s of andere gesprekspartners die zij bij de netwerkanalyse willen betrekken.

Auteur:
Lieke Hoogerwerf, o.a. leerbegeleider en docent in het programma Ontwerpend Samenwerken van Sioo.

Ontwerpend Samenwerken, met meer partijen werken aan complexe vraagstukken
In Ontwerpend Samenwerken combineren we drie domeinen van handelen die initiatiefnemers en betrokkenen in een meerpartij samenwerking in staat stellen om met elkaar tot nieuwe werkpraktijken te komen. Het gedachtegoed en handelingsrepertoire van het netwerkleiderschap helpt om je eigen plek in het netwerk van partners te pakken, en om de ‘overlegtafel’ goed vorm te geven. De benadering van social design helpt om het vraagstuk en de opgave echt verder te brengen. Tot slot bieden we op basis van systeemdenken een praktisch handelingsrepertoire om steeds opnieuw de complexiteit te begrijpen en tot ‘next wise actions’ te komen die voorkomen dat je vast komt te zitten in de complexiteit.

Meer weten?
Hier vind je meer informatie over het programma Ontwerpend Samenwerken. Of neem contact op met Marguerithe de Man, programmamanager Ontwerpend Samenwerken bij Sioo (opmerking: zij heeft ook meegewerkt aan dit artikel).

  1. Zie voor een toelichting: “Van netwerkanalyse naar organisatieroutine” in: De kracht van netwerkbenadering, een dynamische en inspirerende kijk op de organiserende samenleving, Anne-Marie Poorthuis (red.) ↩︎
  2. Zie: “Netwerkgereedschap voor vrije actoren: methoden en technieken voor het succesvol­ begeleiden van netwerken”, Wim Zaalmink, Corrie Smit, Eelke Wielinga, Floor Geerling-Eiff, Lieke Hoogerwerf, Wageningen University & Research ↩︎
  3. Dit onderscheid is analoog aan het onderscheid dat in de complexiteitskunde gemaakt wordt tussen een “finite game” en een “infinite game”. Meer lezen: Adaptive action, leveraging uncertainty in your organization, Glenda H. Eoyang & Royce J. Holladay. ↩︎
  4. “Als er maar energie in zit” aldus deelnemers aan het actie-onderzoek “Netwerken in de veehouderij”. Zie ook: “Netwerken met energie, gereedschap voor co-creatie”,Eelke Wielenga en Sjoerd Robijn. ↩︎

De netwerkanalyse voor initiatiefnemers als houvast

In dit artikel, geschreven door Lieke Hoogerwerf met bijdragen van Marguerithe de Man, gaan we dieper in op de uitdagingen van een ontluikend initiatief rond een complex maatschappelijk vraagstuk. Hoe krijgt zo’n maatschappelijk initiatief voldoende positie en verbinding in het veld van spelers die ook met dat vraagstuk bezig zijn? Deze blog sluit aan op de blog “Publieke en private samenwerkingen: het begint met een initiatiefnemer” van Marguerithe de Man.

Netwerkanalyse voor initiatiefnemers

Een eenvoudig en beproefd hulpmiddel bij het starten en vorm geven van een maatschappelijk initiatief is de netwerkanalyse voor initiatiefnemers1. Het regelmatig opnieuw maken van deze netwerkanalyse helpt de initiatiefnemer om onvermoede mogelijkheden te ontdekken, die het initiatief een stap verder kunnen brengen.

Daartoe onderzoekt de methode de betrokkenheid bij het initiatief en vervolgens wie of wat relevante verbindingen kan geven. In een grootschalig actie-onderzoek werd deze vorm van netwerkanalyse in 115 innovatienetwerken toegepast en bleek een welkom houvast te bieden2. “Netwerken is kansen ruiken” werd een gevleugelde uitspraak in dit landelijke onderzoek. Dit geeft wel aan dat er altijd meer mogelijk is dan je denkt en het de kunst is om een weefsel van verbindingen te weven dat deze kansen binnen beeld en binnen bereik brengt.

Waar begin je?

We volgen “Klaas”, een dorpsinwoner, die een isolatieklusbrigade wil realiseren. Hij is hier de initiatiefnemer, want initiatiefnemers kunnen ook burgers en informele organisaties zijn. Klaas is een ervaren energiecoach, draait energie-spreekuren en is actief in een lokale duurzaamheidsstichting. Het is hem opgevallen dat er heel wat huurders zijn met een smalle beurs, die zich de kosten van allerlei isolatie-maatregelen amper kunnen permitteren. Het gevolg is echter wel: een te hoge energierekening of -onnodig- in de kou zitten.

Of een klusbrigade in dit dorp een goed idee is, dat moet nog blijken. Eén ding is volgens Klaas zeker: zomaar met een stel energiecoaches gaan aanbellen gaat niet werken, je zult het subtieler moeten aanpakken. En wellicht zal dit toch ook afgestemd moeten worden met formeel verantwoordelijke partijen? Zo raakt het initiatief van Klaas aan het energie-armoedebeleid van de gemeente, die een jaar eerder een professionele fixbrigade heeft ingehuurd. Het raakt ook aan de renovatieplannen van de woningcorporatie. Verder is het buurtwerk van de welzijnsorganisatie, waar energie-armoede ongetwijfeld ook een thema is, ook nog een partij.

Het is verleidelijk om direct de pijlen op deze formeel verantwoordelijke partijen te willen richten, en hen erbij te willen betrekken door contact te maken. Maar wat is nu eigenlijk de bedoeling van die klusbrigade, wat komt daarbij kijken en wat kan dan een eerste zinnige stap zijn? Zou je bijvoorbeeld niet eerst eens in contact moeten komen met huurders? Of eens ervaring moeten opdoen met een klusactie?

Kortom, waar begin je met verbinding zoeken? De netwerkanalyse voor initiatiefnemers helpt om dit te onderzoeken. Bij voorkeur maak je deze analyse samen met een groepje mensen die interesse hebben om mee te denken en wellicht later mee te helpen.

Stap 1: het initiatief verwoorden en betrokkenheid verkennen
De eerste stap in de netwerkanalyse is om het initiatief kort onder woorden te brengen. Zet deze tekst letterlijk in het midden van groot vel papier of brownpaper en schrijf vervolgens alles en iedereen die hierbij betrokken is in een grote cirkel daaromheen (zie Tip).

Cirkel van betrokkenheid
Die buitenrand noemen we de cirkel van betrokkenheid. Hier mag alles komen te staan wat van invloed is of kan zijn, of beïnvloed wordt of kan worden door het initiatief. Dit kunnen allerlei verschillende actoren en factoren zijn. Te denken valt aan specifieke individuen, groeperingen en organisaties, die iets inbrengen en er ook iets uit halen, als ze verbinding krijgen met het initiatief. Een andere invalshoek is, om hulpbronnen, waar het initiatief gebruik van kan maken, te noteren. Zoals bijvoorbeeld een cursus, een conferentie, een festival, een subsidieregeling of een bepaalde methode. Verder kunnen in deze ring ook factoren gezet worden om rekening mee te houden, zoals een wet, bepaalde fysieke en geografische kenmerken of een relevante beleidsevaluatie.

Tip: Wat fijn werkt is om een groot vel op een tafel te leggen, of deze te bekleden met brownpaper, hier met een kleine groep omheen te lopen en hardop pratend de betrokkenheid onder woorden te brengen en meteen op te schrijven. Belangrijk is om telkens te zoeken naar een concreet persoon, wiens naam erbij gezet kan worden. Zoals bijvoorbeeld een contactpersoon of iemand die er meer van weet. Dit geeft alvast een indruk met wie contact gemaakt kan worden, op zoek naar verbinding (zie verder stap 2).

Deze eerste stap helpt om dieper na te denken over wat het initiatief behelst, en wel op twee fronten tegelijk. Enerzijds verken je het idee van waaruit het initiatief vertrekt, wat daarbij de leidende aannames zijn, en hoe het initiatief in de praktijk van waarde kan zijn en invulling kan krijgen. Anderzijds verken je de cirkel van betrokkenheid. En dit roept weer vragen op over wat het initiatief beoogt, wat aannames zijn, wat wel en niet bij het initiatief hoort.  Zo nodig wordt, wat in het midden staat, enkele keren tekstueel verbeterd. Dat geeft weer aanpassingen in de cirkel van betrokkenheid en naarmate er meer in die buitencirkel komt te staan, kan dit weer nieuwe vragen oproepen over ‘wat in het midden staat’.

Dit zoekproces kan overigens wel wat ongemak geven. Een mogelijke valkuil is dan om te vervallen in ‘eindpunt denken’ en te beschrijven wanneer het initiatief klaar is. De kunst is om juist de ruimte te geven aan ‘vertrekpunt denken’, door open te (blijven) staan voor de mogelijkheid dat er onvermoede resultaten geboekt gaan worden en het initiatief nooit klaar is3.

Stap 2: Wie of wat geeft verbinding en energie?
In het begin heeft een initiatief vaak nog weinig verbinding en is het zoeken naar wat of wie verbinding kan geven tussen het initiatief en de cirkel van betrokkenheid. In de netwerkanalyse worden de “verbindingmakers”, de schakels genoemd. Dat kunnen mensen zijn, maar ook verbinding gevende activiteiten of faciliteiten. In het begin is de initiatiefnemer zelf vaak de enige schakel en kan verbinding maken door contact te zoeken met mensen in de cirkel van betrokkenheid. Ook hier is weer de vraag: waar begin je? De tweede stap in de netwerkanalyse is daarom dan ook: verkennen waar kansen liggen, maar ook onderkennen waar ze (nog?) niet liggen. Dit is wat Hans Vermaak in de Sioo-masterclass “De logica van de lappendeken” (lees hier het masterclass-verslag terug) strategisch handelen in het verbindingswerk noemde.

Het kan een flinke uitdaging zijn om sterke schakels te vinden. Het bekende “kopjes koffie drinken” kan een behoorlijk frustrerende missie worden. Wees niet verrast als de gemeente niet thuis geeft, omdat de kersverse projectleider “Energie-armoede” er nog geen prioriteit aan wil geven. Als blijkt dat de energiecoaches slechte ervaringen hebben met adviezen aan huurders. Of als de welzijnsorganisatie terug meldt dat begeleiding bij huisbezoeken eerst in het jaarwerkplan opgenomen moet worden.

Blijmoedig kopjes koffie blijven drinken om mensen in beweging te duwen helpt dan niet. Dat kost alleen maar energie. Het gaat erom verbindingen waarmee stappen gezet kunnen worden te realiseren, die juist energie geven. Zowel aan het initiatief, als aan de betrokkenheid4. Het maken van de netwerkanalyse kan helpen om andere verbindinggevende mogelijkheden te zoeken en te vinden.

Wat zijn dan stapjes die wel haalbaar zijn? In het voorbeeld van klusbrigade leek het een goed idee om naar een presentatie te gaan van een klusactie-project van een buurgemeente. Een kwartiermaker van de duurzaamheidsstichting en de projectleider van de gemeente gingen er heen. Vanuit de ontmoetingen aldaar wist de kwartiermaker een ronde tafel gesprek, met enkele deskundigen uit het buurdorp als gasten, te realiseren. Hier kwamen de gemeentelijke projectleider, enkele energiecoaches, en een welzijswerker wel op af. Ook schoven enkele lokale serviceclubs aan, die via een gala een klein fonds hadden verworven om iets te doen aan energie-armoede.  De ronde tafel bracht een verbinding tot stand tussen het initiatief en meerdere betrokkenen. Ook ontpopte het zich als een krachtige verbindende schakel door samen een denkbeeldige klusactie te ontwerpen.

In ons voorbeeld was het de projectleider van de gemeente die een volgende ‘ronde tafel gesprek’ arrangeerde. Zij betrok daar een deskundige van de provincie bij, waardoor ook een cursus ‘energiecoaching voor huurders’ binnen bereik kwam. Doel van de tafel was om energie-armoede aan te pakken en te beginnen met klusacties. In een volgend overleg werd vervolgens vrij snel een plan gemaakt voor een kleine campagne in een specifieke buurt, om huurders te vinden die mee willen doen. Het kersverse communicatie team van de duurzaamheidsstichting bedacht een flitsende titel en realiseerde een koffie-schenkactie naast de supermarkt. In termen van de netwerkanalyse werd deze campagne een verbindende schakel naar huurders in een bepaalde buurt. Als volgende schakel haakte de lokale weggeefwinkel aan, door hun huiskamer aan te bieden als plek voor huurders die eens met een energiecoach willen sparren.  

In een later stadium, als een initiatief al meerdere verbindende schakels heeft, kan de behoefte voelbaar worden aan andere verbindingen. Bijvoorbeeld doordat er nog geen verbinding is met bepaalde betrokkenen, maar dit wel van grote waarde kan zijn. Daarom is het telkens opnieuw maken van een netwerkanalyse aan te raden. Dat helpt bij het opnieuw ontmoetingen aangaan, (nieuwe) schakels vinden of creëren en om onderbelichte aspecten van het initiatief in beeld te krijgen.

Stap 3: Partners zorgen voor verdieping, versterking en verbreding
De derde stap in de netwerkanalyse is goed kijken of er al partners tevoorschijn komen. Een partner zorgt voor verdieping van het initiatief en werkt aan de draagkracht, het bereik en de impact van het initiatiefnetwerk. De bedoeling is dat het initiatief groeit in maatschappelijke waarde. In het begin heeft een initiatief nog nauwelijks partners en is de initiatiefnemer zelf de enige partner. Partners komen pas later op het initiatief af. Toch is het geen toeval, als dat gebeurt. Het wordt “veroorzaakt” door contact te maken met allerlei betrokkenen en door te investeren in verbinding gevende schakels. Daardoor wordt bij steeds meer mensen duidelijk wat het initiatiefnetwerk verder kan helpen en kunnen potentiële partners dat herkennen en besluiten zich daarvoor in te zetten.

Een initiatiefnemer kan er, zeker in het begin, behoorlijk alleen voor staan. Hierdoor kan het verleidelijk zijn om bepaalde mensen of partijen als partner te zien. Dorpsinwoner Klaas wist zich op enig moment gesteund door een lokale politica, door een landelijke gouverneur van de serviceclubs en door een aantal andere energiecoaches. Hoezeer deze mensen als sparringpartner, supporter en ambassadeur ook van grote waarde zijn en of ze daadwerkelijk partner zijn, dat is de vraag. Een keer sparren, iets regelen of ambassadeur zijn, is echt wat anders dan je eraan te verbinden om met de initiatiefnemer samen uit te zoeken en uit te proberen wat het initiatief kan helpen om te groeien in waarde. Door een netwerkanalyse te maken komt expliciet de vraag op tafel: wat is hun positie in het netwerk van betrokkenheid?

Op dit moment heeft Klaas nog geen andere partners. Om partners aan te trekken kan het helpen als hij via de schakels wezenlijke vragen bespreekbaar maakt. Bereiken we inderdaad huurders die hier echt wat aan hebben? Wat hebben ze er dan aan? Wat betekent dat? Zijn we al toe aan een volgende buurt? Wat wordt de aanpak dan? Is het een goed idee nog meer energiecoaches op te leiden?

Op weg naar verdergaande meerpartij-samenwerking

Inmiddels worden in het dorp klushulpen geworven en zijn ze in de eerste buurt, op zo’n 60 adressen, met huisbezoeken en klusacties begonnen. De gemeente is in een andere buurt een warmtenet-project gestart en ziet dat huurders wel wat isolatiehulp kunnen gebruiken.

Kan de klusbrigade in deze andere buurt ook ingezet worden? Dat is nog maar de vraag. Vanuit het perspectief van de netwerkanalyse staat het gemeentelijke buurtwarmteproject in de cirkel van betrokkenheid, maar is er nog geen verbindende schakel. Mogelijk kan Klaas een keer aanschuiven bij de buurtregiegroep en kan deze regiegroep een verbindende schakel zijn. Waardoor het initiatief van de klusbrigade wellicht verbinding krijgt met de meerpartijen samenwerking aan de warmtetransitie. Voor Klaas is echter wel de vraag of er niet eerst enkele initiatiefpartners moeten zijn, alvorens dit nieuwe avontuur op te zoeken…

Het herhaaldelijk maken van de netwerkanalyse biedt houvast bij het maken van keuzes en het zetten van kleine stappen. Hiermee kan de initiatiefnemer, samen met de schakels en de partners van het initiatiefnetwerk, resultaten boeken. In deze blog gaat het om een burgerinitiatief, maar de methode is toepasbaar voor elk initiatief. Dus ook voor partijen als overheden, maatschappelijke organisaties en ondernemers. Het is dan belangrijk dat de analyse wordt gemaakt door degenen die daadwerkelijk het initatiefnemerschap op zich nemen. En dan het liefst samen met collega’s of andere gesprekspartners die zij bij de netwerkanalyse willen betrekken.

Auteur:
Lieke Hoogerwerf, o.a. leerbegeleider en docent in het programma Ontwerpend Samenwerken van Sioo.

Ontwerpend Samenwerken, met meer partijen werken aan complexe vraagstukken
In Ontwerpend Samenwerken combineren we drie domeinen van handelen die initiatiefnemers en betrokkenen in een meerpartij samenwerking in staat stellen om met elkaar tot nieuwe werkpraktijken te komen. Het gedachtegoed en handelingsrepertoire van het netwerkleiderschap helpt om je eigen plek in het netwerk van partners te pakken, en om de ‘overlegtafel’ goed vorm te geven. De benadering van social design helpt om het vraagstuk en de opgave echt verder te brengen. Tot slot bieden we op basis van systeemdenken een praktisch handelingsrepertoire om steeds opnieuw de complexiteit te begrijpen en tot ‘next wise actions’ te komen die voorkomen dat je vast komt te zitten in de complexiteit.

Meer weten?
Hier vind je meer informatie over het programma Ontwerpend Samenwerken. Of neem contact op met Marguerithe de Man, programmamanager Ontwerpend Samenwerken bij Sioo (opmerking: zij heeft ook meegewerkt aan dit artikel).

  1. Zie voor een toelichting: “Van netwerkanalyse naar organisatieroutine” in: De kracht van netwerkbenadering, een dynamische en inspirerende kijk op de organiserende samenleving, Anne-Marie Poorthuis (red.) ↩︎
  2. Zie: “Netwerkgereedschap voor vrije actoren: methoden en technieken voor het succesvol­ begeleiden van netwerken”, Wim Zaalmink, Corrie Smit, Eelke Wielinga, Floor Geerling-Eiff, Lieke Hoogerwerf, Wageningen University & Research ↩︎
  3. Dit onderscheid is analoog aan het onderscheid dat in de complexiteitskunde gemaakt wordt tussen een “finite game” en een “infinite game”. Meer lezen: Adaptive action, leveraging uncertainty in your organization, Glenda H. Eoyang & Royce J. Holladay. ↩︎
  4. “Als er maar energie in zit” aldus deelnemers aan het actie-onderzoek “Netwerken in de veehouderij”. Zie ook: “Netwerken met energie, gereedschap voor co-creatie”,Eelke Wielenga en Sjoerd Robijn. ↩︎