In Sioo-programma’s maken we het deelnemers regelmatig lastig door hen te vragen naar hun methodische redeneringen; waarom doe je in deze context wat je doet? En wat is daar de onderliggende theoretische onderbouwing voor? Wat zouden andere opties kunnen zijn? Waarom kies je daar niet voor? En soms gaan we nog een stapje verder. Dan vragen we de deelnemers om hun methodologie uit te werken, zoals in de Transitie-ateliers waarin we een groep consultants van Hieroo-SeederdeBoer begeleidden om de vraag “Hoe werken als wij Hieroo-SeederdeBoer eigenlijk aan lokale transitievraagstukken?” te beantwoorden. In dit blog lees je er meer over.
Pendelen tussen praktijk en theorie
Aan de wanden van de zaal hangen flipovervellen met op elk vel een vraag. Op het whiteboard staan een aantal modellen getekend. We zijn aan het werk om de Hieroo-SeederdeBoer-methodologie voor het werken aan lokale transitievraagstukken te expliciteren. Hoe doen wij dit nu? Daartoe pendelen we voortdurend heen en weer tussen de literatuur, de methodologie in wording, het kernmodel waarin alles samenkomt en de eigen praktijk. Tijdens de ochtend zijn we per hub begonnen met het analyseren van een multipartijsamenwerkingsvraagstuk aan de hand van het model en de fasering die we de keer daarvoor maakten. Hieruit bleek dat het soms ‘schuurt’ bij die kwesties staan op de flipovervellen.
Omdat de vragen per hub, de steden waar Hieroo actief is, zijn geformuleerd, verdeelt iedereen zich over de vragen. Want andere hubs brengen weer, in relatie tot die vraag, andere ervaringen in. Op één van de flipovervellen staat “Scenario denken?” Het trekt geen mensen. Janne en ik lopen eropaf. “Het korte antwoord is ja”, zegt Janne. Ik vraag haar om een toelichting. Waarom ja? Als ze aan haar toelichting begint zegt ze: “Volgens mij doelden we hier op de zin of onzin van een risicoanalyse.” Wanneer maak je die en hoe doe je dat in een multipartijsamenwerking? De vraag kwam voort uit een casus die een zeer onverwachte wending kreeg door corona.
We realiseren ons dat we nog niet eerder iets zijn tegengekomen over scenario’s in relatie tot multipartijsamenwerking en complexe transitieopgaven. We praten erover: zien we het voor ons? Beiden denken we dat het volstrekt logisch is om met alle partijen scenario’s te maken om samen voorbereid te zijn op het onverwachte. Niet in de laatste plaats om ervoor te zorgen dat er bewustzijn ontstaat over de potentiële risico’s van buitenaf waar een samenwerking mee te maken kan krijgen en om dat gesprek zo vroeg mogelijk in het proces te voeren, wanneer de energie volop aanwezig is.
Wat als de theorie ontbreekt?
We duiken in “Leren Samenwerken” (Kaats en Opheij, 2023). Het go-to boek, ook vanwege het volledige trefwoordenregister. Scenario staat daar niet in. Het begrip risico wel, maar dat betreft de risico’s van het onvoldoende of onevenwichtig aandacht geven aan de ambitie en belangen etc. In de editie van 2012 is scenario wel als trefwoord opgenomen. Daar wordt het in het hoofdstuk ‘Waarde creëren door de taart groter te maken’ gebruikt, een soort synoniem voor creatieve wijze om tot meerdere oplossingsrichtingen te komen. De term risico maakt geen deel uit van die trefwoordenlijst.
We filosoferen verder en denken dat het samen met alle partijen maken van scenario’s over wat er in de omgeving van de multipartijsamenwerking kan spelen, voor de partners zowel verbindend kan werken als dat het een basis creëert om vanuit te kunnen handelen. In het Hieroo-SeederdeBoer-model zet je dan precies de stap van eenvoudige interactie naar echte samenwerking in partnerschap.
De complexiteit van maatschappelijke opgaven zit niet alleen in de opgave, maar juist ook in de steeds veranderende omgeving van die opgaven. Daarmee verwijzen we vooral naar de contextuele omgeving, oftewel de omgeving die je als samenwerkingsverband niet kunt beïnvloeden (in tegenstelling tot de transactionele omgeving), maar die wel invloed heeft op de opgave. Juist nu leven we in zulke onvoorspelbare tijden dat het goed is om de mogelijke impact op de opgave te verkennen. We denken dat de Quick en Clean-wijze van scenario’s maken volstaat. Het is namelijk geen doel op zich, maar vooral een middel om het gesprek te voeren. We streven dus niet naar uitgebreide en intern consistente uitwerkingen.
“Quick en Clean scenario’s” maken, hoe doe je dat?
1: DESTEP blijft ook voor maatschappelijke opgaven een handig aanknopingspunt om trends en ontwikkelingen mee in kaart te brengen. Doe dat lichtvoetig en daag tegelijk de aanwezigen wel uit om verder te denken dan het voor de hand liggende.
2: Orden de trends en ontwikkelingen in de zogenaamde onzekerheids-matrix. Oftewel, een kwadrant met vier vakken bepaald door de assen “veel-weinig” invloed en “zeker-onzeker”. Je bent vooral op zoek naar de trends en ontwikkelingen die veel invloed hebben en onzeker zijn. Dáár zit het onverwachte met grote gevolgen.
3: Met twee trends/ontwikkelingen uit dat kwadrant “onzeker-veel invloed”, die niet direct verband houden met elkaar, maak je de scenario’s door ze op de assen van het kwadrant te plakken. Hiermee ontstaan vier denkbare scenario’s, die alle vier werkelijkheid zouden kunnen worden.
4: Met de partijen van de opgave kun je vervolgens verkennen wat voor effect die vier scenario’s op de opgave kunnen hebben en wat denkbare acties zouden kunnen
zijn. In feite heb je daarmee een risicoanalyse voor het onverwachte gedaan.
5: In de praktijk betekent voorbereid zijn op het onverwachte, dat de kans groot is dat er iets heel anders zal spelen dan in de vier opgestelde scenario’s. Maar het maken van de scenario’s maakt wel dat je met de partners al een keer over als/dan-situaties hebt gesproken en je er minder door overvallen zal worden.
Het loopt nooit zoals verwacht
Met meer partijen werken aan maatschappelijke opgaven loopt nooit zoals verwacht. Dat is nu eenmaal inherent aan de complexiteit van de opgaven en de samenwerking. Met elkaar handel je in een doorlopend proces van adaptieve action cycles; waarin je je continu afvraagt:
– Wat zien we en wat weten we (What)?
– Wat betekent dat dan (So What)?
– Wat is onze volgende wijze stap (Now What)?
De gegeven onvoorspelbaarheid betekent echter niet dat je niet kunt voorsorteren op het onverwachte. Net zomin als dat je doet of álles onzeker is. Ook in complexe opgaven zijn feiten bekend en zijn er zaken die je met elkaar kunt uitzoeken.
Het maken van scenario’s gaat dus in de bijlage van de methodologie. Hier zijn ook al tal van andere bekende en zelfontworpen interventies en draaiboeken voor bijeenkomsten in opgenomen. De eigen “Hieroo-SeederdeBoer werken in transities database” bevat de essentie van de methodologie, de onderliggende principes daarvan en “de spullenboel” om in de praktijk aan de slag te gaan.
Ons uitstapje maakt ook zichtbaar dat er in het domein van multipartijsamenwerking te putten valt uit tal van vakdisciplines. Maar dat de wijze waarop je die inzet door de aard van de opgave de typische kenmerken en dynamiek van multipartijsamenwerking en de wijze waarop je als actor je netwerkleiderschap invult wel net anders is.
Wil je meer weten over multipartijsamenwerking, je eigen rol daarin en de wijze waarop je zowel de overlegtafels als de opgave verder kunt brengen? Dan is misschien ons programma ‘Ontwerpend Samenwerken – met meer partijen werken aan complexe vraagstukken’ iets voor jou.
Kijk dan voor meer informatie over de opleiding op www.sioo.nl/opleiding/ontwerpend-samenwerkend
In Sioo-programma’s maken we het deelnemers regelmatig lastig door hen te vragen naar hun methodische redeneringen; waarom doe je in deze context wat je doet? En wat is daar de onderliggende theoretische onderbouwing voor? Wat zouden andere opties kunnen zijn? Waarom kies je daar niet voor? En soms gaan we nog een stapje verder. Dan vragen we de deelnemers om hun methodologie uit te werken, zoals in de Transitie-ateliers waarin we een groep consultants van Hieroo-SeederdeBoer begeleidden om de vraag “Hoe werken als wij Hieroo-SeederdeBoer eigenlijk aan lokale transitievraagstukken?” te beantwoorden. In dit blog lees je er meer over.
Pendelen tussen praktijk en theorie
Aan de wanden van de zaal hangen flipovervellen met op elk vel een vraag. Op het whiteboard staan een aantal modellen getekend. We zijn aan het werk om de Hieroo-SeederdeBoer-methodologie voor het werken aan lokale transitievraagstukken te expliciteren. Hoe doen wij dit nu? Daartoe pendelen we voortdurend heen en weer tussen de literatuur, de methodologie in wording, het kernmodel waarin alles samenkomt en de eigen praktijk. Tijdens de ochtend zijn we per hub begonnen met het analyseren van een multipartijsamenwerkingsvraagstuk aan de hand van het model en de fasering die we de keer daarvoor maakten. Hieruit bleek dat het soms ‘schuurt’ bij die kwesties staan op de flipovervellen.
Omdat de vragen per hub, de steden waar Hieroo actief is, zijn geformuleerd, verdeelt iedereen zich over de vragen. Want andere hubs brengen weer, in relatie tot die vraag, andere ervaringen in. Op één van de flipovervellen staat “Scenario denken?” Het trekt geen mensen. Janne en ik lopen eropaf. “Het korte antwoord is ja”, zegt Janne. Ik vraag haar om een toelichting. Waarom ja? Als ze aan haar toelichting begint zegt ze: “Volgens mij doelden we hier op de zin of onzin van een risicoanalyse.” Wanneer maak je die en hoe doe je dat in een multipartijsamenwerking? De vraag kwam voort uit een casus die een zeer onverwachte wending kreeg door corona.
We realiseren ons dat we nog niet eerder iets zijn tegengekomen over scenario’s in relatie tot multipartijsamenwerking en complexe transitieopgaven. We praten erover: zien we het voor ons? Beiden denken we dat het volstrekt logisch is om met alle partijen scenario’s te maken om samen voorbereid te zijn op het onverwachte. Niet in de laatste plaats om ervoor te zorgen dat er bewustzijn ontstaat over de potentiële risico’s van buitenaf waar een samenwerking mee te maken kan krijgen en om dat gesprek zo vroeg mogelijk in het proces te voeren, wanneer de energie volop aanwezig is.
Wat als de theorie ontbreekt?
We duiken in “Leren Samenwerken” (Kaats en Opheij, 2023). Het go-to boek, ook vanwege het volledige trefwoordenregister. Scenario staat daar niet in. Het begrip risico wel, maar dat betreft de risico’s van het onvoldoende of onevenwichtig aandacht geven aan de ambitie en belangen etc. In de editie van 2012 is scenario wel als trefwoord opgenomen. Daar wordt het in het hoofdstuk ‘Waarde creëren door de taart groter te maken’ gebruikt, een soort synoniem voor creatieve wijze om tot meerdere oplossingsrichtingen te komen. De term risico maakt geen deel uit van die trefwoordenlijst.
We filosoferen verder en denken dat het samen met alle partijen maken van scenario’s over wat er in de omgeving van de multipartijsamenwerking kan spelen, voor de partners zowel verbindend kan werken als dat het een basis creëert om vanuit te kunnen handelen. In het Hieroo-SeederdeBoer-model zet je dan precies de stap van eenvoudige interactie naar echte samenwerking in partnerschap.
De complexiteit van maatschappelijke opgaven zit niet alleen in de opgave, maar juist ook in de steeds veranderende omgeving van die opgaven. Daarmee verwijzen we vooral naar de contextuele omgeving, oftewel de omgeving die je als samenwerkingsverband niet kunt beïnvloeden (in tegenstelling tot de transactionele omgeving), maar die wel invloed heeft op de opgave. Juist nu leven we in zulke onvoorspelbare tijden dat het goed is om de mogelijke impact op de opgave te verkennen. We denken dat de Quick en Clean-wijze van scenario’s maken volstaat. Het is namelijk geen doel op zich, maar vooral een middel om het gesprek te voeren. We streven dus niet naar uitgebreide en intern consistente uitwerkingen.
“Quick en Clean scenario’s” maken, hoe doe je dat?
1: DESTEP blijft ook voor maatschappelijke opgaven een handig aanknopingspunt om trends en ontwikkelingen mee in kaart te brengen. Doe dat lichtvoetig en daag tegelijk de aanwezigen wel uit om verder te denken dan het voor de hand liggende.
2: Orden de trends en ontwikkelingen in de zogenaamde onzekerheids-matrix. Oftewel, een kwadrant met vier vakken bepaald door de assen “veel-weinig” invloed en “zeker-onzeker”. Je bent vooral op zoek naar de trends en ontwikkelingen die veel invloed hebben en onzeker zijn. Dáár zit het onverwachte met grote gevolgen.
3: Met twee trends/ontwikkelingen uit dat kwadrant “onzeker-veel invloed”, die niet direct verband houden met elkaar, maak je de scenario’s door ze op de assen van het kwadrant te plakken. Hiermee ontstaan vier denkbare scenario’s, die alle vier werkelijkheid zouden kunnen worden.
4: Met de partijen van de opgave kun je vervolgens verkennen wat voor effect die vier scenario’s op de opgave kunnen hebben en wat denkbare acties zouden kunnen
zijn. In feite heb je daarmee een risicoanalyse voor het onverwachte gedaan.
5: In de praktijk betekent voorbereid zijn op het onverwachte, dat de kans groot is dat er iets heel anders zal spelen dan in de vier opgestelde scenario’s. Maar het maken van de scenario’s maakt wel dat je met de partners al een keer over als/dan-situaties hebt gesproken en je er minder door overvallen zal worden.
Het loopt nooit zoals verwacht
Met meer partijen werken aan maatschappelijke opgaven loopt nooit zoals verwacht. Dat is nu eenmaal inherent aan de complexiteit van de opgaven en de samenwerking. Met elkaar handel je in een doorlopend proces van adaptieve action cycles; waarin je je continu afvraagt:
– Wat zien we en wat weten we (What)?
– Wat betekent dat dan (So What)?
– Wat is onze volgende wijze stap (Now What)?
De gegeven onvoorspelbaarheid betekent echter niet dat je niet kunt voorsorteren op het onverwachte. Net zomin als dat je doet of álles onzeker is. Ook in complexe opgaven zijn feiten bekend en zijn er zaken die je met elkaar kunt uitzoeken.
Het maken van scenario’s gaat dus in de bijlage van de methodologie. Hier zijn ook al tal van andere bekende en zelfontworpen interventies en draaiboeken voor bijeenkomsten in opgenomen. De eigen “Hieroo-SeederdeBoer werken in transities database” bevat de essentie van de methodologie, de onderliggende principes daarvan en “de spullenboel” om in de praktijk aan de slag te gaan.
Ons uitstapje maakt ook zichtbaar dat er in het domein van multipartijsamenwerking te putten valt uit tal van vakdisciplines. Maar dat de wijze waarop je die inzet door de aard van de opgave de typische kenmerken en dynamiek van multipartijsamenwerking en de wijze waarop je als actor je netwerkleiderschap invult wel net anders is.
Wil je meer weten over multipartijsamenwerking, je eigen rol daarin en de wijze waarop je zowel de overlegtafels als de opgave verder kunt brengen? Dan is misschien ons programma ‘Ontwerpend Samenwerken – met meer partijen werken aan complexe vraagstukken’ iets voor jou.
Kijk dan voor meer informatie over de opleiding op www.sioo.nl/opleiding/ontwerpend-samenwerkend