Op de achterkant van Shirine’s boek Hoe ik verander staat: geloof jij dat er eenvoudige oplossingen zijn voor complexe maatschappelijke problemen? ‘Verdorie… dat zitten we wel te doen,’ dacht Suzanne van Hulten toen ze dat las, ‘en met het zoeken naar eenvoudige oplossingen verlies je ook iets.’ Het vormde dé trigger voor haar om voor het Leertraject Interveniëren met Passie en Precisie, te kiezen. We spreken Suzanne over wat de leergang haar gebracht heeft.
De afgelopen jaren had ik veel als projectleider en programmamanager en in interimrollen gewerkt. Ik name daarbij verschillende technieken en organisatietheorieën mee. Maar ons vak is niet alleen een rationele exercitie en regelmatig schoten die theorieën tekort in de praktijk. Ik kende Shirine nog niet, wel was ik op zoek naar een volgende opleiding. ‘Leertraject Interveniëren met Passie en Precisie’ (LIPP) sprak me heel erg aan. Ik nam contact op, we kwamen in gesprek en vervolgens (nog niet helemaal overtuigd) las ik dus het boek. Toen dacht ik ‘Aha, dat is het!’
Niet alles is oplosbaar
Je komt op een leeftijd en krijgt het type ervaring waardoor je merkt dat niet alles oplosbaar en maakbaar is, maar dat je wél beweging kan creëren naar meer toegevoegde waarde. Ik ging steeds vaker stil staan bij de vraag: ‘Als ik hier een project afrond, wat laat ik dan achter?’ Ik wilde onderzoeken of ik daar op een andere manier naar kon kijken.
De LIPP heeft mij wel aangestoken om een meer interventiekundige rol te gaan pakken. Je lost de vraagstukken niet op voor de organisaties, maar je begeleidt meer. Je kijkt minder naar de inhoud en meer naar hoe het komt dat dingen gaan zoals ze gaan. Dat lijkt soms een heel nieuw vak en daarin ben ik volop aan het leren. De methodieken die worden aangereikt gaan vooral over het herkennen van hoe mensen betekenis creëren met elkaar, wat daarin helpend is en wat niet.
Sociaal constructionisme
In de eerste vijf dagen nemen Shirine Moerkerken en Marieke Wilke je mee in wat sociaal constructionisme is: hoe wij alles naam en betekenis geven. Het helpt ons om niet steeds opnieuw naar naam en betekenis op zoek te moeten gaan. Maar het zorgt er ook voor dat wanneer die betekenisgeving niet meer functioneel is, het minder makkelijk is om dat te zien. Dan is het van belang dat je je weer bewust wordt van de patronen die zijn ontstaan. Zodat je gaat zien wat helpend is en wat niet.
Tijdens de bijeenkomsten zit je meteen in de praktijk: je doet wat je bij de klant zou doen. Zo zagen we ook Shirine en Marieke doen wat zij zouden doen, heel verschillend van elkaar, spelend met een vraagstuk. Wat kan je bijvoorbeeld doen door te confronteren, te conflicteren (uit de pas lopen), het verschil te zoeken en de andere keer aan te sluiten. Als deelnemer ben je meteen betrokken en Shirine en Marieke doen dat op een heel waarderende manier. Je krijgt ook zelf een enorme spiegel voorgehouden, maar blijft in beweging.
Ik heb die spiegel al vrij snel mogen ervaren. Tijdens het voorstelrondje begon ik een heel verhaal over mijn ervaring. Toen zei Shirine: ‘het boeide me helemaal niet, pas toen je omhoog ging in je stem wekte je mijn interesse. Herken je dat?’ Dat deed ze bij de andere deelnemers ook: ‘Dat had ik van hem echt niet verwacht, zo’n beginnersfout, maar ik snap het wel, in die organisatie….’ Ze doet het voortdurend, maar door hoe ze doet, kon ik het wel aanvaarden. Ik merk nu nog steeds dat ik daar best vastgeroeste ideeën over heb, zoals ‘dat doe je zo niet in een groep’ of ‘niet te moeilijk doen’.
Beter kijken en luisteren
Na die eerste vijf dagen volgen nog eens vijf keer twee dagen rond conflicteren, veroorzaken van de verandering en jezelf meenemen. Steeds komen die onderwerpen in een soort metacontext aan bod: de werkvorm die je daar ervaart leer je dus zelf toe te passen. De opleiding gaat over hier en nu, en het gebeurt dus ook echt hier en nu. Dan zijn er nog drie klantdagen waarop je klanten uit je netwerk uitnodigt en je met verschillende vormen van adviseren aan de slag gaat: Denkadviseren, Rotterdamse school en Appreciative Inquiry.
Denkadviseren gaat over het spelen met taal, kijken waarom een klant klant wordt, welk ideaalbeeld en welke interpretaties hij heeft. De Rotterdamse School is heel rijk en gaat onder andere over het duiden van de taal tussen mensen in de context. Met Appreciative Inquiry richt je de aandacht op wat waardevol is en breng je de klant daarnaar toe in beweging. Voor de klant dus ook echt een meerwaarde om onderdeel van uit te maken.
En dan was er nog die sessie met Joris Luyendijk, toen net zijn boek ‘de zeven vinkjes’ was verschenen. Met hem raakten we in een mooi gesprek over macht. Dat we vaak onwil voelen om in machtstermen te denken terwijl die wel van invloed zijn. En dat je soms hebt te accepteren dat je zelf ook in bepaalde contexten machthebber bent.
Met alles dat je wordt aangereikt leer je beter luisteren en kijken. En meer te ondertitelen wat je ziet en hoort en wat je opvalt. Het is heel lastig om niet een organisatie ingezogen te worden. Dan helpt het om bij verschillende opdrachtgevers over de vloer te komen. Er lijkt nu overal werk te liggen, maar het vraagt aan de voorkant ook wel veel schaven aan de verwachtingen die er zijn over de maakbaarheid. Het start voor mij bij het helpen van je klant in contact te brengen met zijn verlangen in relatie tot de taak van de organisatie.
Als het niet-functionele op tafel komt, komt ook het belang van ‘ontschuldigen’: je kijkt naar het gedrag in relatie tot de context in plaats van (enkel) naar het individu. Dat was heel impactvol, net als het lezen van ‘Relational being’, een boek van Kenneth Gergen dat ervan uitgaat dat je wij als inviduen alleen in verbinding bestaan en dat je alleen daarom al nooit interacties enkel vanuit jezelf moet bekijken. Zo zette het sociaal constructionisme mijn wereld op zijn kop: je kijkt echt nooit meer op dezelfde manier. Ik heb nu echt het idee dat ik een vak meebreng, dat ik nee durf zeggen tegen zaken die echt niet bijdragen aan het oplossen van het probleem.
Voor ervaren mensen die mild en zacht durven zijn
Mijn eigen verlangen zit in het verder groeien in het vak. Je krijgt les van Shirine en Marieke, beiden zeer ervaren meesters in het vak. Na de opleiding weet je ook dat er heel veel ervaring, persoonlijke ontwikkeling en methodische precisie in hun werken zit en dat je daar na afloop nog niet bent. Maar ik ben aan het toepassen, ik zie dat ik leer, probeer en dat ik durf te falen. En dat mezelf kan vergeven. Soms is het maar een klein stapje.
De LIPP was echt een boost die verder gaat dan een paar dagen. Je bouwt veel op met de groep, je maakt samen veel mee in een veilige setting. We hebben samen de schuring opgezocht en ontzettend veel gelachen. Het was echt een feestje om te gaan en een ding om er niet te zijn. Ik wilde geen moment missen. Elke dag na de start van de opleiding heb ik er wel even aan gedacht. De LIPP helpt me om me kwetsbaar op te stellen, milder en tegelijkertijd scherper. Het is voor ervaren mensen die dat durven.
Lees meer over Interveniëren met Passie en Precisie
Op de achterkant van Shirine’s boek Hoe ik verander staat: geloof jij dat er eenvoudige oplossingen zijn voor complexe maatschappelijke problemen? ‘Verdorie… dat zitten we wel te doen,’ dacht Suzanne van Hulten toen ze dat las, ‘en met het zoeken naar eenvoudige oplossingen verlies je ook iets.’ Het vormde dé trigger voor haar om voor het Leertraject Interveniëren met Passie en Precisie, te kiezen. We spreken Suzanne over wat de leergang haar gebracht heeft.
De afgelopen jaren had ik veel als projectleider en programmamanager en in interimrollen gewerkt. Ik name daarbij verschillende technieken en organisatietheorieën mee. Maar ons vak is niet alleen een rationele exercitie en regelmatig schoten die theorieën tekort in de praktijk. Ik kende Shirine nog niet, wel was ik op zoek naar een volgende opleiding. ‘Leertraject Interveniëren met Passie en Precisie’ (LIPP) sprak me heel erg aan. Ik nam contact op, we kwamen in gesprek en vervolgens (nog niet helemaal overtuigd) las ik dus het boek. Toen dacht ik ‘Aha, dat is het!’
Niet alles is oplosbaar
Je komt op een leeftijd en krijgt het type ervaring waardoor je merkt dat niet alles oplosbaar en maakbaar is, maar dat je wél beweging kan creëren naar meer toegevoegde waarde. Ik ging steeds vaker stil staan bij de vraag: ‘Als ik hier een project afrond, wat laat ik dan achter?’ Ik wilde onderzoeken of ik daar op een andere manier naar kon kijken.
De LIPP heeft mij wel aangestoken om een meer interventiekundige rol te gaan pakken. Je lost de vraagstukken niet op voor de organisaties, maar je begeleidt meer. Je kijkt minder naar de inhoud en meer naar hoe het komt dat dingen gaan zoals ze gaan. Dat lijkt soms een heel nieuw vak en daarin ben ik volop aan het leren. De methodieken die worden aangereikt gaan vooral over het herkennen van hoe mensen betekenis creëren met elkaar, wat daarin helpend is en wat niet.
Sociaal constructionisme
In de eerste vijf dagen nemen Shirine Moerkerken en Marieke Wilke je mee in wat sociaal constructionisme is: hoe wij alles naam en betekenis geven. Het helpt ons om niet steeds opnieuw naar naam en betekenis op zoek te moeten gaan. Maar het zorgt er ook voor dat wanneer die betekenisgeving niet meer functioneel is, het minder makkelijk is om dat te zien. Dan is het van belang dat je je weer bewust wordt van de patronen die zijn ontstaan. Zodat je gaat zien wat helpend is en wat niet.
Tijdens de bijeenkomsten zit je meteen in de praktijk: je doet wat je bij de klant zou doen. Zo zagen we ook Shirine en Marieke doen wat zij zouden doen, heel verschillend van elkaar, spelend met een vraagstuk. Wat kan je bijvoorbeeld doen door te confronteren, te conflicteren (uit de pas lopen), het verschil te zoeken en de andere keer aan te sluiten. Als deelnemer ben je meteen betrokken en Shirine en Marieke doen dat op een heel waarderende manier. Je krijgt ook zelf een enorme spiegel voorgehouden, maar blijft in beweging.
Ik heb die spiegel al vrij snel mogen ervaren. Tijdens het voorstelrondje begon ik een heel verhaal over mijn ervaring. Toen zei Shirine: ‘het boeide me helemaal niet, pas toen je omhoog ging in je stem wekte je mijn interesse. Herken je dat?’ Dat deed ze bij de andere deelnemers ook: ‘Dat had ik van hem echt niet verwacht, zo’n beginnersfout, maar ik snap het wel, in die organisatie….’ Ze doet het voortdurend, maar door hoe ze doet, kon ik het wel aanvaarden. Ik merk nu nog steeds dat ik daar best vastgeroeste ideeën over heb, zoals ‘dat doe je zo niet in een groep’ of ‘niet te moeilijk doen’.
Beter kijken en luisteren
Na die eerste vijf dagen volgen nog eens vijf keer twee dagen rond conflicteren, veroorzaken van de verandering en jezelf meenemen. Steeds komen die onderwerpen in een soort metacontext aan bod: de werkvorm die je daar ervaart leer je dus zelf toe te passen. De opleiding gaat over hier en nu, en het gebeurt dus ook echt hier en nu. Dan zijn er nog drie klantdagen waarop je klanten uit je netwerk uitnodigt en je met verschillende vormen van adviseren aan de slag gaat: Denkadviseren, Rotterdamse school en Appreciative Inquiry.
Denkadviseren gaat over het spelen met taal, kijken waarom een klant klant wordt, welk ideaalbeeld en welke interpretaties hij heeft. De Rotterdamse School is heel rijk en gaat onder andere over het duiden van de taal tussen mensen in de context. Met Appreciative Inquiry richt je de aandacht op wat waardevol is en breng je de klant daarnaar toe in beweging. Voor de klant dus ook echt een meerwaarde om onderdeel van uit te maken.
En dan was er nog die sessie met Joris Luyendijk, toen net zijn boek ‘de zeven vinkjes’ was verschenen. Met hem raakten we in een mooi gesprek over macht. Dat we vaak onwil voelen om in machtstermen te denken terwijl die wel van invloed zijn. En dat je soms hebt te accepteren dat je zelf ook in bepaalde contexten machthebber bent.
Met alles dat je wordt aangereikt leer je beter luisteren en kijken. En meer te ondertitelen wat je ziet en hoort en wat je opvalt. Het is heel lastig om niet een organisatie ingezogen te worden. Dan helpt het om bij verschillende opdrachtgevers over de vloer te komen. Er lijkt nu overal werk te liggen, maar het vraagt aan de voorkant ook wel veel schaven aan de verwachtingen die er zijn over de maakbaarheid. Het start voor mij bij het helpen van je klant in contact te brengen met zijn verlangen in relatie tot de taak van de organisatie.
Als het niet-functionele op tafel komt, komt ook het belang van ‘ontschuldigen’: je kijkt naar het gedrag in relatie tot de context in plaats van (enkel) naar het individu. Dat was heel impactvol, net als het lezen van ‘Relational being’, een boek van Kenneth Gergen dat ervan uitgaat dat je wij als inviduen alleen in verbinding bestaan en dat je alleen daarom al nooit interacties enkel vanuit jezelf moet bekijken. Zo zette het sociaal constructionisme mijn wereld op zijn kop: je kijkt echt nooit meer op dezelfde manier. Ik heb nu echt het idee dat ik een vak meebreng, dat ik nee durf zeggen tegen zaken die echt niet bijdragen aan het oplossen van het probleem.
Voor ervaren mensen die mild en zacht durven zijn
Mijn eigen verlangen zit in het verder groeien in het vak. Je krijgt les van Shirine en Marieke, beiden zeer ervaren meesters in het vak. Na de opleiding weet je ook dat er heel veel ervaring, persoonlijke ontwikkeling en methodische precisie in hun werken zit en dat je daar na afloop nog niet bent. Maar ik ben aan het toepassen, ik zie dat ik leer, probeer en dat ik durf te falen. En dat mezelf kan vergeven. Soms is het maar een klein stapje.
De LIPP was echt een boost die verder gaat dan een paar dagen. Je bouwt veel op met de groep, je maakt samen veel mee in een veilige setting. We hebben samen de schuring opgezocht en ontzettend veel gelachen. Het was echt een feestje om te gaan en een ding om er niet te zijn. Ik wilde geen moment missen. Elke dag na de start van de opleiding heb ik er wel even aan gedacht. De LIPP helpt me om me kwetsbaar op te stellen, milder en tegelijkertijd scherper. Het is voor ervaren mensen die dat durven.